De schrijver van een tekst wil een bepaalde inhoud overbrengen. Hij wil informatie geven, overtuigen, overhalen of een verzoek doen. De schrijver moet rekening houden met de doelgroep waarvoor de tekst geschreven is en houdt rekening met een bepaalde vorm en toon. De inhoud wordt geordend in alinea’s en gepresenteerd in zinnen en woorden.
Veel teksten mislukken omdat de schrijver eigenlijk niet weet wat hij wil zeggen. Een goede stijl is niet mogelijk zonder inhoud! Weten wat er gezegd moet worden, is dè voorwaarde voor een goede stijl.

Nota’s, rapporten en verslagen geven sturing aan het functioneren van de meeste organisaties. Plannen worden ontwikkeld en neergelegd in beleidsnota’s, projectplannen en haalbaarheidsstudies. Voor onderzoek zijn literatuurverslagen en onderzoeksplannen nodig. De resultaten worden neergelegd in allerlei soorten verslagen. Er zijn diverse factoren die het schrijven van nota’s, rapporten en verslagen kunnen compliceren.

Het gaat vaak om omvangrijke en ingewikkelde stof, waarvoor deskundigheid vereist is. De verantwoordelijkheid ligt lang niet altijd bij één schrijver. Vaak is de schrijver degene die belast is met het schrijven binnen een commissie, een werkgroep of een afdeling in een organisatie. Meestal moet er veel gediscussieerd worden over de inhoud en is het uiteindelijke resultaat een compromis.

In veel gevallen is het niet onmiddellijk duidelijk voor wie de tekst precies bedoeld is en wat er met de tekst verder gebeurt. De uiteindelijke goedkeuring van nota’s is meestal niet alleen afhankelijk van de inhoud en de vorm van de nota zelf, maar ook van allerlei formele en informele onderhandelingsprocessen in en buiten een organisatie.
In deze module en training komen verschillende items aan bod waarmee de schrijver rekening kan houden.

Naar boven.. | Terug naar trainingsaanbod..